Swiss bike masters Küblis (22 juli 2012)

Op zondag 22 juli zou het dan zover zijn. Op papier vooraf één van de mountainbike hoogtepunten van het seizoen. Swiss Bike Masters is één van de zwaarste alpenmarathons en daar waren de pijlen op gericht. Door de aanhoudend wisselende weersvoorspellingen, variërend van sneeuw op de top tot zomers weer in het dal, iets wat elkaar overigens niet uitsluit, werden de dagen vooraf beheerst door kledingkeuzes en afwegingen of het de 75 km of de 105 zouden worden. Respectievelijk goed voor 3300 of 4400 hm. Dit kon gelukkig nog tijdens de wedstrijd zelf worden besloten. De avond vooraf lekker aan de pasta en nog even kijken langs het parkoers bij de freeride wedstrijd en daarna vroeg naar bed. De start was per slot van rekening al om 7:25.

’s Morgens vroeg bleek het fris te zijn, maar wel droog. Redelijk warm aangekleed in het startvak en daar wat achteraan aangesloten. Voorin stonden snelle mannen waarvan één met een regenboogtrui, daar was niets te halen. Na het startschot, wat met Zwitserse precisie op het afgesproken tijdstip klonk, kwam de karavaan op gang. Geen haast want de startklim duurde bijna 25 kilometer en daar zaten al 1400 hoogtemeters in. Tijd zat om in het ritme te komen. Deze klim liep verrassend goed al was de glibberige singletrack halverwege druk en onrustig. Een kilometer onder de top reed de lange sliert de dikke nevel in en op dat moment veranderde het schotterpad in een grillige singletrack die door de omstandigheden bijna nergens te fietsen was. Veel op en af de fiets en glibberen tot de Carschinahütte in zicht komt. De top is bereikt en op 2236 meter hoogte ziet het landschap bij een doorbrekend zonnetje er adembenemend uit. Grote massieve blokken rots steken boven het wolkendek uit en worden afgewisseld door zompige maar frisgroene alpenweiden. Dit was even genieten.

Bij het bestuderen van het simpele hoogteprofiel was ingeschat dat het nu tijd voor herstel zou zijn. 22 kilometer dalen met een klein pukkeltje halverwege bij Frösch. Vanaf het moment echter dat de eerste bocht ingedraaid werd was al duidelijk dat het heel anders zou zijn. De keuze voor de hardtail was mogelijk wat te optimistisch geweest en het eerste stuk vol met grove rotsen, scherpe bochten en diepe geulen zorgden voor goed opgeschudde ingewanden en kramp in de remvingertjes. Naar verloop van tijd werd de afdaling geleidelijker en sneller zodat alleen de kramp en de geur van fikkende schijfremmen nog overbleven.


De permanent aangeven route 333 SBM wees links het bos in. Blijkbaar was het tijd voor het beloofde pukkeltje. De muur op de weg was imposant en de sliert lopende bikers beloofde niet veel goeds. Inlezen was misschien beter geweest want het pukkeltje bleek een looppassage te zijn waarin zo’n 200 hoogtemeters, voor een flink deel met de fiets op de rug, overwonnen moesten worden. De fiets, inmiddels ook wat kilootjes zwaarder door de vastgekoekte modder, niet onder het zitvlak bleek een stevige belasting voor de rug. De afdaling na deze pijnlijke wandeling werd dan ook gebruikt om de rug daar waar mogelijk te rekken. Per slot van rekening stond er namelijk nog wat te klimmen op het menu.


Eenmaal weer terug op 990 meter in het dorpje Saas, gelaafd bij de verzorging. Dat betekent in dit soort super georganiseerde Zwitserse marathons een bidonnetje met sportdrank of water aanpakken, een reepje of een gelletje meenemen en ondertussen snel je fiets laten afspoelen en de ketting al rijdend laten smeren. Zo’n verzorging geeft de burger moed voor de volgende uitdaging. En die uitdaging die was er in de vorm van de klim naar de Madrissa. 900 hoogtemeters in 9 kilometer te overwinnen. Eerste paar kilometer verhard en daarna schotter. De zon was inmiddels verdwenen en de eerset druppels begonnen uit de lucht te vallen op de koude bergflank. Waar in de eerste klim de kledingkeuze nog te warm bleek en de vingers sopten in de te warme handschoenen, was de keuze hier meer passend en naarmate de beklimming vorderde aan de koude kant. De rug begon ook langzaamaan weer te zeuren en, waarschijnlijk als gevolg daarvan, werd fietshouding steeds minder goed waardoor er in steeds meer lichaamsdelen kramp begon te ontstaan. Halverwege werd voor de eerste keer de fiets verlaten en werden er in de regen langs het schotterpad wat stoffige gymnastiek oefeningen gedaan om de ledematen wat soepeler te krijgen. De tweede stop werd begeleid met wat intense vloeken waarbij de niets van de woorden begrijpende, rustig doorklimmende Zwitsers enkel meewarrig keken. De snel naar binnen gepropte magnesium tablet en een cola gelletje moesten de klim redden of in ieder geval tot waar Nicole, die met de lift naar boven was gegaan, zou staan. Dat laatste bleek nog een heel lang koud stuk en bij het wederzien stond het huilen dan ook nader dan het lachen.

Nicole gaf aan dat de temperatuur bij het vriespunt lag en dat het spoedig zou gaan regenen en dat het misschien verstandiger was om op te geven. Dat de langste afstand er niet in zou zitten op deze dag was al langer duidelijk maar toch werd besloten een poging te doen de 75 km te volbrengen. De top was inmiddels redelijk dichtbij. Na een korte blik van begrip en zonder al te veel woorden werd het ros weer bestegen en de beklimming voortgezet. De top werd al snel bereikt, maar eenmaal boven begon het goed te regenen. De rugzak met droge reserve kleding was net afgegeven en de afdaling kon wel eens een hele koude worden. Dat laatste bleek deels waar. De temperatuur was niet om over naar huis te schrijven, maar de afdaling was compleet gestoord. Dikke singletracks en steile onstuurbare modderstukken waar al rollend en remmend het motto van de dood en de gladiolen gold. Ondanks dat het pijn doet werd de koude snel vergeten en redelijk rap Kloster-dorf bereikt.

Het zou wel whishful thinking zijn geweest, maar in de beleving was het alleen maar dalen naar de finish. Toen de weg echter heel langzaam begon op te lopen kwam het besef dat er nog een klimmetje van 400 a 500 hoogtemeters de laatste afdaling in de weg stond. Als door een wonder begon het echter op deze klim weer te lopen. De helling was iets minder steil en de hoogtemeters tikten weg. Helaas sloeg er nog wel een keer de kramp in de benen wat leidde tot een ongecontroleerd dansje in de alpenweide. Maar nadat ook deze escapade achter de rug was kon er eindelijk voor het laatst gedaald worden. Dit, voor een groot deel ver de freeride afdaling lopende, toetje zorgden voor een finale adrenaline rush en een grijns op de finishfoto. Na godbetere het 6:22 was de finish van de 75 kilometer bereikt. Goed voor een 184e plaats overall. Nog even de fiets afgeven bij de boys van Kärcher, die er met een fietsen poets team staan om alle fietsen van de bikers te reinigen, en dan genieten van het nu opeens weer wel schijnende zonnetje in het dal.

In eerste instantie na de finish overheerst toch het gevoel dat het niet goed was of in ieder geval geen weerspiegeling van de huidige vorm. Daarna dringt het door dat zo’n Alpenmarathon een beproeving en een specialisme op zich is. Naast echte aanleg voor duurklimmen moet je ook beschikken over een berge enorme taaiheid of gewoon over talent, zoals die jongen in de regenboogtrui die voor de derde keer op rij op het hoogste trapje staat bij deze waanzinnige marathon.

Reacties

  1. Mooi verslag en prestatie KeX! Krijg er zin van om naar de Alpen te gaan :-)

    BeantwoordenVerwijderen
  2. My Goodness! Wat een beproeving, man! Mooi verslag. En een diepe respectvolle buiging voor zo'n prestatie.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Wat mooi om te lezen. Wat een beproeving en afzien, maar lijkt me een geweldige ervaring. Zeker dat je de kou getrotseerd hebt. Klasse man!

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Respect man! Sommige van ons hadden dezelfde ambitie.. maar hebben de start nog niet eens gehaald ;-) En erg leuk om te lezen!!

    BeantwoordenVerwijderen
  5. RESPECT!!

    Ik heb met een brede glimlach en vol bewondering je verslag gelezen.
    Klasse dat je de eindstreep (ook nog ongeschonden) hebt gehaald.

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten